In dit blog ‘Waarom worden jullie steeds zo boos op mij?’ lees je een brief die ik lang geleden, in oktober 2014, schreef aan mijn toen 4-jarige zoon. We wisten toen nog niets over zijn autisme, maar stonden wel al voor vele uitdagingen. Het was soms niet makkelijk om zijn gedrag te begrijpen. Het hielp, om mijn gedachtes op papier te zetten, zoals ook in deze brief.
Dit blog is geschreven door Marleen, moeder van een kind met autisme. Zij heeft meerdere blogs geschreven voor KOEKIE.
Ik ben toch zo gemaakt?
24 oktober 2014
Lieve oudste zoon,
Een weekje weg met zijn vieren in een vakantiehuisje; een hele beproeving. Gisteren stonden een boswandeling, zwemmen èn uit eten op het programma. Er was geen contactmoment tussen jou en je broertje dat geen strijd was. Uiteindelijk mocht je van mij niet mee zwemmen; ik wilde jullie echt even uit elkaar hebben. Je was zó boos en zó verdrietig. Je zei me dat je zelfs niet van de glijbaan zou gaan, zodat je geen ruzie met je broertje zou kunnen krijgen.
Ook je vader was in shock, die met fluisterende puppy-ogen aan mij vroeg of er niet nog tóch ergens een kans was dat jij toch mee mocht gaan zwemmen. En ik wilde zo graag dat jij blij was, en ik wist dat zwemmen jou zo blij zou maken, omdat dat het allerliefste is wat je altijd deed. Maar ik wist ook dat er rust nodig was. Rust voor jou en rust voor je broertje. En die zou er niet komen daar in het zwembad. Dus ik zei ‘nee’. Ondanks dat ik me daar heel erg rot over voelde en een hele nare moeder omdat ik jou dit ontnam.
Je broertje ging huppelend met papa mee; die was zichtbaar dolgelukkig dat hij het rijk alleen kreeg met zijn vader. Pas toen zij het huisje uit waren, werd jij rustig.
Wij gingen in de gang voetballen en je werd heel snel weer vrolijk. Daarna gingen we samen, tegen elkaar aan, op de bank film kijken. Ik voelde me trots dat ik had doorgezet en ik zag dat je nu tot rust kwam. En ik werd blij van de gedachte dat papa en je broertje het ook fijn hadden samen in het zwembad.
Even later vertelde ik je dat ik weet wat jij moeilijk vindt. En waar je boos van wordt. En dat ook de dokters van de onderzoeken in het ziekenhuis hebben gezegd dat je er niets aan kan doen dat je zo snel boos kan worden. Jij reageerde:
‘Maar mama, waarom worden jullie dan steeds boos op mij? Ik ben toch zo gemaakt?’
Toen heb ik mijn hoofd dicht tegen jouw koppie aan gelegd en kon ik mijn tranen niet bedwingen. En jij? Jij ging gewoon ongestoord verder met je film.
Heb jij wel eens een brief geschreven aan je kind? En hoe was dat voor jou?
Boekentip:
KOEKIE